top of page

“Tegenwoordig zetten we data in om de prestaties van onze hockeyspelers te optimaliseren”

Interview met John-John Dohmen, de iconische speler van de Red Lions, over hoe het verzamelen van gegevens het hockey op topniveau ingrijpend heeft veranderd...


© Yannick Bertrand.
© Yannick Bertrand.

John-John Dohmen is een monument in het Belgische hockey, met meer dan 400 caps voor het nationale team. Als wereldkampioen en olympisch vicekampioen heeft hij zijn sport almaar professioneler en sneller zien worden ... en vooral data-driven. De legendarische speler werd ondertussen ook coach van het Franse nationale team. Interview met John-John Dohmen, de iconische speler van de Red Lions, over hoe het verzamelen van gegevens het hockey op topniveau ingrijpend heeft veranderd...  

Gondola Foodservice: Welke rol spelen data in het tophockey van vandaag?


John-John Dohmen: Ze zijn essentieel geworden. Vooral op fysisch vlak. Door de gps-apparaten die we op onze rug dragen, kunnen we onze bewegingen, intensiteit en snelheid meten. Je kunt dan zien of een speler in vorm is, of hij vooruitgaat of achteruit. Tijdens een toernooi spelen we vaak vijf tot acht wedstrijden. Aan de hand van data kunnen we nagaan of we in staat zijn om dezelfde inspanningen over langere tijd te herhalen. Zoiets is natuurlijk niet met het blote oog te zien.


En tijdens de wedstrijden?


De conditietrainer ontvangt de gegevens in realtime. Hij kan in het oortje tegen de coach zeggen: ‘Die speler zit op de limiet’ of ‘hij geeft niet genoeg’. Je kunt dan je speeltijden aanpassen of zelfs je strategie veranderen. We hebben het meegemaakt op het EK: een speler moest een match uitspelen, maar uit de gegevens bleek dat hij ‘op’ was. We zetten een andere speler op zijn plaats: die geeft een beslissende pass en we winnen in de laatste seconden.


Fysieke gegevens stellen ons dus in staat om te anticiperen, maar beteugelen ze niet ons instinct?


Het klopt dat je daarin een evenwicht moet vinden. Gegevens zijn een fantastisch hulpmiddel voor objectivering, maar het instinct van de coach blijft fundamenteel. Er zijn dingen die we nog niet kunnen meten: mentale kracht en concentratie. Als we er op een dag in slagen om hersengolven live vast te leggen, maken we een kwantumsprong ... maar zover zijn we nog niet. Het gevoel en de kennis van de coach over de speler blijven onvervangbaar, ook al zijn gegevens een waardevol hulpmiddel geworden voor objectivering en een basis voor beslissingen.


Gebruik je naast fysieke ook strategische gegevens?


Natuurlijk. Vandaag hebben we een videoanalist die alle wedstrijdactie verzamelt. We coderen elke mini-actie. In de toekomst zullen we ongetwijfeld AI en intelligente camera's gebruiken om dit werk te automatiseren. Persoonlijk kijk ik ook goed naar de statistieken. Ik heb bijvoorbeeld gemerkt dat als je 10 keer van rechts aanvalt, je meer kans hebt om te scoren dan als je van links aanvalt. Dit zijn microdetails, maar op het hoogste niveau maken ze wel het verschil.


Was je terughoudend over het gebruik van gegevens toen het voor het eerst verscheen, in het midden van je carrière?


Absoluut! Ik hield niet van het idee dat mensen analyseerden of ik wel genoeg liep, snel genoeg was ... Maar in werkelijkheid kun je met data je inspanningen objectiveren en je beter voorbereiden. We kunnen zeggen: “Als we vandaag de juiste intensiteiten bereiken, kan een training een uur duren in plaats van twee.” En in een toernooi verandert dat alles.


Wat als we stoppen met het meten van gegevens?


Het zou heel moeilijk zijn om de klok terug te draaien. We zijn erin geslaagd om te kwantificeren wat nodig is om op het juiste moment aan de top te staan. Anders hadden we in het duister getast. Je zou kunnen denken dat je goed traint ... maar je kunt de intensiteit van een wedstrijd niet reproduceren.  De dag van vandaag stellen gegevens ons in staat om uitmuntendheid na te streven, zonder de spelers uit te putten. Het is puur maatwerk



ree


bottom of page