Restaurants die eigen maaltijden bezorgen vallen niet onder de postwet

Niet alleen transporteurs maken zich zorgen over de postwet, die de regering-De Wever opnieuw moet evalueren. Sommige politici en spelers uit de logistieke sector zijn van mening dat het ook de horeca zorgen zou moeten baren. De minister van overheidsbedrijven relativeert en zegt dat er een onderscheid moeten worden gemaakt tussen platforms voor maaltijdbezorging en restaurants die vertrouwen op hun eigen netwerk.

© Vanessa Matz.

De veronderstelling dat restaurants die thuisbezorging aanbieden, activiteiten uitvoeren die vergelijkbaar zijn met die van pakketdistributiecentra zorgt voor heel wat bezorgdheid. En daar is een goede reden voor: deze aanpak zou het risico met zich meebrengen dat deze horecagelegenheden onder de postwet komen te vallen zoals gewijzigd door de vorige regering. Zo heeft het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) eerder dit jaar een aantal bedrijven uit de sector, waaronder Uber Eats, Deliveroo en Takeaway.com, uitgenodigd om een presentatie bij te wonen over de verplichting om zich te registreren als postdienst.

"De sector is verrast door dit initiatief, aangezien het huidige regeerakkoord voorzag in een evaluatie en vereenvoudiging van de wetgeving", zei parlementslid Michael Freilich[MT1]  (N-VA) aan de minister van Modernisering van de Overheid, belast met Overheidsbedrijven. In zijn schriftelijke interpellatie benadrukt hij het feit dat de wet in kwestie postdiensten beschrijft op basis van specifieke logistieke processen (zoals het sorteren en distribueren) die platforms voor maaltijdbezorging niet uitvoeren. Hij voegt daaraan toe dat "de interpretatie van het BIPT onverwachte gevolgen heeft, zoals de mogelijke classificatie van restaurants als distributiecentra, wat complexe juridische en administratieve implicaties zou hebben".

Postdiensten omvatten voedselbezorging

Het BIPT, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van en het toezicht op de toepassing van de geldende regelgeving, beschikt niet over de discretionaire bevoegdheid om af te wijken van de wettelijke bepalingen of om vooruit te lopen op een toekomstige herziening van de wetgeving, zo maakte federaal minister Vanessa Matz (Les Engagés) van bij het begin duidelijk in haar antwoord. Naar aanleiding hiervan hebben reeds meer dan 2.000 bedrijven een kennisgeving ingediend volgens de voorgeschreven procedure.

Wat betreft de impact van de huidige situatie op de economische levensvatbaarheid van de betrokken sectoren en de rechtszekerheid voor bedrijven en werknemers stelde de minister dat we methodisch te werk moeten gaan. Ze herinnerde eraan dat "de wetgever in de memorie van toelichting expliciet heeft vermeld dat de bezorging van levensmiddelen geen product is dat is uitgesloten van postdiensten". "Last-mile bezorgers in de voedselbezorgingssector staan bloot aan dezelfde druk en risico's als andere bezorgers en moeten dezelfde bescherming genieten. ”

Vanessa Matz legt verder uit dat leveringen van deze goederen vaak voldoen aan de criteria die het begrip pakket of postdienst definiëren, zoals in het geval van leveringen van pizza's, kant-en-klaarmaaltijden of maaltijdboxen, die over het algemeen veel minder wegen dan de voorgeschreven drempel van 31,5 kg. Deze producten zijn verpakt en voorzien van een adres, dat per geval moet worden nagekeken.

De autoriteiten moeten de impact nog objectiveren

Zoals afgesproken in het regeerakkoord van de regering-De Wever zal de postwet getoetst moeten worden om uit te wijzen of bepaalde maatregelen moeten worden aangepast om het reële toepassingsgebied verder te verduidelijken. Hoe snel dat zal gebeuren is vooralsnog onbekend.

De postcel van de FOD Economie is begonnen met de coördinatie van de verschillende bevoegde federale instanties om de wetgeving te evalueren. De verschillende sectorale organisaties zouden ook gevraagd worden naar de positieve en negatieve aspecten van de implementatie van de wet. "We proberen de analyse binnen een redelijke termijn af te ronden, zonder de vereiste zorgvuldigheid in het gedrang te brengen," zei de federale minister van Modernisering van de Overheid.

De Unie van Professionele Transporteurs en Logistieke ondernemers (UPTR) heeft al aangegeven dat ze, samen met de andere vertegenwoordigende organisaties, in september zullen samenzitten met minister Matz. Ondertussen werd het beroep tot vernietiging van de postwet door de federaties van de transportsector verworpen door het Grondwettelijk Hof in een arrest van midden juli. Het Hof oordeelde dat de bepalingen legitieme doelstellingen nastreefden en geen onevenredige gevolgen hadden.

Uber Eats, Amazon, dezelfde politieke strijd?

De uitspraak van het Hof zorgt dus niet voor specifieke duidelijkheid en dus ook niet voor rechtszekerheid voor horecazaken die bezorging aanbieden. Deze voedseltransportactiviteiten zouden nog verder moeten worden genuanceerd. "In de overgrote meerderheid van de gevallen gaat het om een eigen dienstverlening. Dit wil zeggen dat het bedrijf zijn eigen goederen uitsluitend via zijn eigen netwerk bezorgt, waardoor ze buiten het bereik van de postdiensten vallen", legt Vanessa Matz (Les Engagés) uit. Met andere woorden, restauranthouders die hun eigen bezorgers gebruiken om hun bereide gerechten naar klanten te brengen, hoeven zich geen zorgen te maken.

En wat met lokale merken, kleine ketens of andere grote horecafranchises die bezorging aanbieden via Uber Eats & Co, zullen de vereisten van de postwet worden overgedragen aan de digitale bedrijven?

"De grote platforms voor maaltijdbezorging zijn vergelijkbaar met e-commerceplatforms die goederen van derden leveren. Ze vallen binnen het toepassingsgebied van de wet en moeten daarom worden onderworpen aan dezelfde postreguleringsregels", aldus de federale minister bevoegd voor Overheidsbedrijven.