Ontsnapt IPA bier aan onze wetten?
- François Remy
- 21 aug
- 3 minuten om te lezen
De onveranderlijke populariteit van de India Pale Ale (IPA), een biertype met meer hop dan andere biersoorten, doet vragen rijzen over de naam en vooral wat die misschien verbergt voor de consument.

Sinds de "deal die de ambachtelijke bierwereld op zijn grondvesten heeft doen daveren" in 2011, toen de Belgisch-Braziliaanse reus AB InBev de microbrouwerij Goose Island uit Chicago overnam, bekend om zijn IPA, is de populariteit van deze drank met zijn karakteristieke bitterheid blijven groeien.
Deze brouwmethode, waarbij gebruik wordt gemaakt van een enorme hoeveelheid hop, werd uitgevonden in Engeland. De bedoeling daarvan was om ervoor te zorgen dat de inhoud van de vaten de lange reizen naar de koloniën kon overbruggen. Als we dan naar de afgelopen vijf jaar kijken dan zien we dat dit type bier een samengestelde jaarlijkse groei van 9% heeft geboekt. De zogenoemde ‘Indian pale ale’ bieren steekt met kop en schouders boven de andere soorten uit, wereldwijd gaat het bij maar liefst één op drie marktintroducties om een IPA.
De opvallende populariteit van de IPA heeft onlangs de aandacht getrokken van federaal parlementslid Irina De Knop (Open VLD). Ze is vertrouwd met volksgezondheidskwesties en besloot het fenomeen dus van dichterbij te bestuderen. In een schriftelijk verzoek ter attentie van de Minister van Werkgelegenheid, Economie en Landbouw vroeg ze vervolgens naar het wettelijke kader voor de productie en de benaming van deze specifieke bieren. Het lijkt vrij verrassend om te zien dat beleidsmakers de discussie aangaan over een fris pintje. Toch is deze parlementaire vraag vanuit het oogpunt van de consument niet oninteressant.
Geen criteria of minimumvereisten
Tegenwoordig bestaat er best wel wat ongerustheid over de gezondheid, met name in verband met PFAS en additieven, de risico's van suikeralternatieven en microplastics. Het is dan ook gegrond om stil te staan bij de vraag of een bier al dan niet aan bepaalde productievoorwaarden moet voldoen.
In dit geval zou de kwestie rond dit bier eerder troebel blijven. "Het gebruik van de handelsnaam IPA of Indian Pale Ale is niet gebonden aan specifieke regelgeving. Het Koninklijk Besluit van 31 maart 1993 betreffende bier (KB bier) bevat geen definitie van IPA. Er bestaat ook geen specifieke Europese wetgeving over dit onderwerp", heeft minister David Clarinval (MR) geantwoord.
Als er geen specifieke wettelijk vastgelegde benaming is, valt de verkoop van het product onder de algemene Europese regelgeving over voedselinformatie. Dat wil zeggen dat consumenten die IPA drinken niet mogen worden misleid met betrekking tot de kenmerken van het voedingsmiddel, en in het bijzonder de aard, identiteit, eigenschappen, samenstelling, wijze van vervaardiging of verwerving.
"Wanneer bier verkocht wordt onder de naam IPA, moet het voldoen aan de verwachtingen van de consument op dit vlak: een iets bitterder bier met een hoger hopgehalte", vat de federale minister van Economie samen. Daarmee sluit hij tafelbier, spontaan gegist bier (geuze of lambiek) of fruitbier uit, die hun eigen specifiek voorgeschreven verkoopbenaming moeten dragen.
Theoretische controle
De logische vraag die hieruit voortkomt is die over het toezicht. "Worden de ingrediënten van IPA-bieren gecontroleerd?" vroeg Kamerlid De Knop aan de minister, in de hoop statistieken te krijgen aan de hand waarvan ze zou kunnen nagaan of er overtredingen zijn vastgesteld en of er ad hoc sancties zijn opgelegd.
Minister Clarinval was echter niet in de mogelijkheid om haar de benodigde informatie te geven. Vervolgens ging de minister dieper in op de procedure die theoretisch van kracht is en die mogelijk toegepast kan worden: een marktdeelnemer die onderworpen is aan een onderzoek door de Economische Inspectie en bij wie inbreuken worden vastgesteld, kan een waarschuwing krijgen met de verplichting om de situatie te regulariseren of een proces-verbaal.
"De sancties voor het misleiden van consumenten over levensmiddelen bestaan uit een strafrechtelijke boete die kan oplopen tot maximaal 10.000 euro of maximaal 4% van de totale jaaromzet van het laatste afgesloten boekjaar", legde de minister nog uit.