top of page

Lieven Vanlommel (CEO Foodmaker): “We gaan nu ook experimenteren met onze eigen bakkerij”


©Foodmaker
©Foodmaker

Nu zijn retail-tak de jongste jaren zo fors is gegroeid, gaat Foodmaker zich de komende periode vooral op zijn foodservice-tak richten. Daarnaast gaat de specialist in verse en gezonde voeding voortaan ook experimenteren met een eigen bakkerij. Zo deelt CEO Lieven Vanlommel in dit gesprek.


Dagelijks bereiden zo’n 300 Foodmaker-koks ongeveer 110.000 verse en gezonde maaltijden in de centrale keuken in Westerlo. Vandaaruit vertrekken dagelijks tientallen trucks naar retailers en foodservicepunten over heel België, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Daarmee behaalde het bedrijf in 2024 een omzet van ongeveer 60 miljoen euro, met een winstgevendheid van zo’n 2 procent. Voor 2025 mikt het bedrijf op een omzet van 80 miljoen.


Die stevige opmars in 2024 dankte het bedrijf vooral aan Duitsland, waar de maaltijden ondertussen in 3.800 supermarkten van Rewe liggen. “We hebben er in een halfjaar bereikt waar we in België 20 jaar voor nodig hadden”, is CEO Lieven Vanlommel fier. “Puur voor het merk Foodmaker kenden we vorig jaar, over alle vier Europese landen waar we actief zijn, een groei van 40 procent. In de eerste vier maanden van 2025 zien we nog eens een groei van 50 procent. Een heel mooi resultaat na 20 jaar.”


Hoe is de verdeling tussen retail en foodservice momenteel?

Retail maakt ongeveer 70 procent van onze business uit, foodservice de overige 30 procent. We gaan ons de komende jaren wel vooral op de restaurants focussen. Dat is logisch, aangezien we recent zo zijn gegroeid in de retail, en we er met een team continu op innovaties werken.


In 2024 besloten we om al onze restaurants te franchiseren, buiten de testlocaties. We sloten het jaar uiteindelijk af met 23 restaurants, tien meer dan twee jaar geleden. In 2025 zijn we met 25 restaurants begonnen en er zitten er nog vijf in de pijplijn om dit jaar nog te openen. We zijn nu vooral bezig met de vraag: hoe kunnen we dat concept verder uitrollen om aan de grote vraag uit verschillende landen te voldoen?


Zijn het portfolio en de prijzen vergelijkbaar in retail en foodservice? 

In de retail werken we 100 procent pre-packed. Enkel in Parijs zijn er ook open buffetten. In restaurants is dat het omgekeerde verhaal, met 80 procent open buffetten. Wat de prijzen betreft is dat appels met peren vergelijken. Vandaag zitten we in Europa voor een pre-packed portie aan 6 à 7 euro. Wat goedkoop is voor de kwaliteit die we leveren.


Bij de buffetten in restaurants zitten we aan 10 à 15 euro, waarmee je gezond en meer dan voldoende hebt gegeten. In de traditionele horeca betaal je soms al tot 25 euro voor een salade. De grondstoffen zijn dan ook enorm gestegen. Die worden doorgerekend aan de klant. De traditionele horeca is voor veel mensen echt te duur geworden. Met onze restaurants kunnen we daarop inspelen.


Hoelang is dat voor jullie nog houdbaar aan die huidige prijzen? 

Wij hebben de centrale keuken en het volume als wapen, wat een brasserie niet heeft. Wij zijn enorm sterk qua aankoop. We maken veel ingrediënten zelf, dus die marge zit bij ons. Als wij een maaltijdsalade maken, gaan we die pre-packen, maar ook naar onze restaurants brengen. Wij kunnen een restaurant ook doen draaien met twee of drie mensen. Daarom kunnen wij aan deze prijzen goed blijven draaien. Natuurlijk moeten wij ook niet te zot doen met huurprijzen en inrichting, want dan is geen enkel concept vandaag nog rendabel.


Wat zijn de toekomstverwachtingen en -plannen specifiek voor de Belgische markt?

We hebben een langdurig, nauw en exclusief partnership met Delhaize, waar we heel gelukkig mee zijn. Ons pre-packed merk werkt er heel goed. We groeien samen. Daarnaast hebben we partnerships met Sportoase binnen de foodservice en zijn we bezig met masterfranchises in alle landen waar we actief zijn.


We denken voortdurend na over verdere opschaling en investeren continu in mensen en productiecapaciteit. Met onze huidige faciliteiten van 20.000 vierkante meter zitten we opnieuw aan ons plafond. Groeien kost geld, maar onze rendabiliteit blijft onder controle. Daar zijn we tevreden mee.


Hoe verklaart u dat succes bij Delhaize?

Delhaize stelt al jaren kwaliteit voorop en wil de nummer één in gezonde voeding zijn. Ze bieden onze producten aan tegen 6 euro, terwijl de ingrediënten afzonderlijk meer dan 10 euro zouden kosten. Bovendien zijn onze grondstoffen van hoge kwaliteit en ultra-ultra-vers, afkomstig van onze eigen biocyclische boerderij. Onze missie is eenvoudig: zoveel mogelijk mensen gezond doen eten. De consument heeft tegenwoordig weinig tijd om dagelijks vers te koken, en daar spelen wij op in met kwalitatieve en betaalbare oplossingen.


Jullie boomen ook enorm in de Duitse retail. Wat is het verschil met de Belgische retail?

Eigenlijk is er geen verschil. Foodmaker groeit met 49 procent in België, 92 procent in Frankrijk en 400 procent in Duitsland. In Duitsland zijn we dan ook van één regio naar zeventien gegaan. De consument zoekt gezondheid en kwaliteit, en die evolutie is overal vergelijkbaar. Gezonde voeding heeft geen historie. Onze top tien producten zijn overal dezelfde, of dat nu in Parijs, Berlijn of Keulen is. Wat aangeeft dat onze producten breed aanspreken.


Hoeveel klanten hebben jullie en hoe vaak komen ze terug?

Onze restaurants ontvangen minimaal 250 bezoekers per dag, met uitschieters in de topzaken tot 1.000. We zien vooral werkende mensen die snel energie nodig hebben met een gezonde maaltijd. Jaarlijks hebben we over alle zaken heen zo'n 10 miljoen bezoekers, en in de retail verkopen we ongeveer 20 miljoen maaltijden. We zien veel herhaalaankopen: klanten die ons product kennen, blijven het kopen. Daarnaast zijn we sterk vertegenwoordigd in de sportwereld, mede dankzij ambassadeurs zoals Mathieu van der Poel.


Ongeveer 90 procent van onze foodservice-omzet komt uit de lunch. Het ontbijt is sterk afgenomen door veranderende werkpatronen. Voor thuisgebruik is het avondeten de belangrijkste maaltijd, goed voor 90 procent van onze retailomzet. Broodproducten zoals wraps en sandwiches vormen nog steeds 20 procent van onze omzet. In restaurants maakt het buffet 50 à 60 procent uit, terwijl in de retail 80 procent warme producten zijn en de rest maaltijdsalades.


Ziet u nog mogelijkheden in andere landen?

Zeker. We zijn ondertussen goed gepositioneerd in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. Nu kijken we naar mogelijkheden in Zuid-Europa en overzees. Voor corona hadden we een voorakkoord in de VS. Dat willen we weer opnemen.


Welke innovaties komen er nog aan?

Onze sportmaaltijden zijn een groot succes: sinds de lancering in 2024 hebben we er 7 miljoen gemaakt. We gaan verder op dat thema en starten nu ook met een eigen bakkerij, waar we experimenteren met brood, taarten en quiches. Of dit enkel voor foodservice zal zijn of ook voor retail, zal de toekomst uitwijzen. Het is ook de vraag: heeft de klant daar zin in? Het is niet omdat je goeie ideeën hebt, dat de klant ook zal bijten.


Thomas Rosseel


bottom of page