“De horeca heeft geen privileges nodig, maar een samenhangend kader”

Emmanuel Didion, voorzitter van de Fédération Horeca Wallonie, reageert op de analyse die Gondola Foodservice (GFS) recent bracht over zijn sector in België. Een verslag dat “de verdienste heeft om vanuit een duidelijk economisch kader ook duidelijke vragen te stellen”, steekt hij van wal. Om te vervolgen met een aantal aanvullingen.

Uit de gegevens blijkt dat België een van de dichtste horecanetwerken van Europa heeft Dat heeft logische gevolgen voor de concurrentie, en leidt tot de analyse van een invloedrijke econoom als Étienne de Callataÿ, dat “een Belgische economie met maar half zoveel cafés en restaurants niet het einde van de wereld zou betekenen”. Emmanuel Didion, General Manager van het Martin's Agora hotel en voorzitter van de Fédération Horeca Wallonie, kon aan deze analyse van GFS niet zonder meer voorbijgaan

“Ze heeft de verdienste dat ze duidelijke vragen stelt, vanuit een duidelijk economisch kader. Dank aan Étienne de Callataÿ voor deze stimulerende bijdrage aan het debat”, erkent hij meteen, alvorens toch een aantal belangrijke nuances aan te brengen.

“De horeca gaat niet alleen over zwakke balansen. Het is een diep menselijke sector, geworteld in het sociale leven, die banen schept, verbindt en een sleutelrol speelt in de aantrekkingskracht van onze stadscentra".

“Een aanpak in verhouding tot de impact”

Voor Emmanuel Didion is het essentieel om een café of restaurant niet louter als handel, maar ook als leefruimte te zien. Voor consumenten natuurlijk, maar wel op initiatief van professionals die zich met passie inzetten voor deze veeleisende beroepen. “Ja, de uitdagingen zijn reëel - transparantie, duurzaamheid, arbeidskwaliteit - maar ze negeren of er een karikatuur van maken zal het debat niet vooruit helpen”, benadrukt hij.

Als waarnemend voorzitter van de Waalse horeca roept hij op om eindelijk af te zien van kortzichtige clichés die de sector tekortdoen. Hij pleit integendeel voor een heldere, gestructureerde en constructieve aanpak, die in verhouding staat tot de impact van de horeca, economisch én sociaal.

“De horeca heeft geen privileges nodig, maar een duidelijk, samenhangend en eerlijk kader”, stelt hij en wijst daarbij op de cruciale rol van de federaties, die samenwerken met de publieke sector om praktische oplossingen te ontwikkelen.

In zijn reactie op de GFS-analyse in de krant L'Avenir zocht Emmanuel Didion een verklaring voor de toegenomen concurrentie tussen horecagelegenheden in de (te) hoge kosten waarmee de sector te maken heeft.

En wat met die “gedoogde belastingontduiking”?

Wat betreft de vermeende “politieke voorkeursbehandeling” van restauranteigenaren en de belastingontduiking die “door de overheid wordt getolereerd”, verdedigt hij zich door te wijzen op het bestaan, sinds een aantal jaren, van kassa's die de omzet registreren, blackbox of whitebox. Die maken een betere controle mogelijk.

Om aan te tonen dat “de sector gezonder is dan enkele jaren geleden”, wijst de voorzitter van de Waalse federatie op de modernisering van die kassasystemen (SCE 2.0). Deze wetswijziging, die op 1 juli van kracht wordt, zal een rechtstreekse communicatie met de FOD Financiën mogelijk maken, zodat deze vanop afstand kan nagaan wie al dan niet correct gebruikmaakt van die kassa.

Tot slot, in antwoord op de kritiek van Étienne de Callataÿ dat de horeca gebruikmaakt van goedkope arbeidskrachten en in het bijzonder van flexi-jobs, situeert de Waalse federatie de noodzaak daarvan in het tekort aan arbeidskrachten dat bedrijven vaak dwingt om hun openingsuren of capaciteit te herzien.