Wat kunnen we leren van de jongste cafébaas van de Kempen?

FUN FACT. Woensdag 3 september heropent Jonas Mertens café Sint-Jan in zijn geboortedorp Gerheide. Net 19 jaar oud. Welke lessen kunnen we hieruit leren?

© Stig Husby / Unsplash

Jonas Mertens begint dit jaar niet aan het hoger onderwijs. De jongeman gaf zijn studie kmo-management in Antwerpen op om “zijn kans te grijpen”: in het gehucht Gerheide (Balen) stond het 60-jaar oude instituut ‘Café Sint-Jan’ over te nemen, omdat de huidige uitbaters met pensioen gaan. Volgens Gazet van Antwerpen viel zijn overnamebod op tussen het half dozijn kandidaturen. En zolang hij maar meerderjarig was stelde zijn jonge leeftijd geen probleem.

© Raymond Lemmens / GVA

Wat leert ons dit op het eerste gezicht anekdotische feit?

• Weloverwogen initiatief: Hij heeft het nagetrokken: met zijn 19 lentes wordt hij de jongste cafébaas van de Kempen. Het is een ondernemersinitiatief dat hij financierde met eigen middelen, nadat hij als student in Antwerpen in tal van cafés en bars had gewerkt.

• Ondersteunende omgeving: Jonas Mertens wijst ook op het doorslaggevende belang van zijn zakelijke omgeving en vermeldt een “goede boekhouder”, een brouwer die hij al lang kent en raadgevers “met ervaring in de horeca”.

• Realistische benadering: De jonge cafébaas zegt zich bewust te zijn van de uitdagingen en moeilijkheden die deze zaak en deze sector inhouden, maar toont een uitgesproken enthousiasme voor onderhandelen met leveranciers, personeelsbeheer en dienstverlening.

• Vaste klanten: In zijn commerciële analyse identificeerde de junior café-eigenaar een trouwe klantenkring: negentien verenigingen gebruiken de zaal naast het café en Sint-Jan doet ook dienst als ontmoetingsplaats voor fietsclubs, biljartliefhebbers, dartspelers...

• Gerichte aanpassingen: Een bijkomend argument is dat het etablissement “instapklaar” is. Om de klantenkring te verbreden en mensen van buiten Balen aan te trekken, is Jonas Mertens van plan om “hippere drankjes zoals Aperol” aan te bieden, en snacks zoals bitterballen en kaas. Zonder te 'fancy' te worden, op het gevaar af de ziel van Sint-Jan te verkwanselen.

• Sociale dimensie (‘derde plek’): Tot slot stelt de jonge eigenaar dat zijn geboortestreek een “belangrijke cafécultuur” kent en hij benadrukt de verbindende en intergenerationele dimensie van etablissementen als Sint-Jan, een soort officieus levend erfgoed voor verschillende gemeenschappen.