top of page

Reclame voor ongezonde producten wordt verboden voor jongeren onder de 16

Om een hiaat in de wetgeving op te vullen en tegemoet te komen aan de kritiek van een ontoereikende zelfregulering, hebben Fevia, Comeos en UBA als sectororganisatie hun marketingregels voor voedingsmiddelen voor minderjarigen aangescherpt.

iStock
iStock

Vanaf 1 januari 2026 mogen Belgische voedingsbedrijven, kleinhandelaars, restaurantketens en traiteurs kinderen en jongeren onder de 16 niet langer blootstellen aan reclame voor voedingsmiddelen en dranken die als ongezond worden beschouwd. Zowel chips, frisdrank, snoep, chocolade, als ijs vallen uitdrukkelijk onder de regeling.

De bijgewerkte regels gelden voor alle mediaplatformen, inclusief de sociale netwerken, waarop in het bijzonder zal worden toegezien. Concreet komt er in een straal van 150 meter rond lagere én ook middelbare scholen een ban op alle marketingacties voor voedingsmiddelen die te zoet, te vet en/of te zout zijn. "De voedingsindustrie erkent het belang van een gezonde levensstijl en een evenwichtige voeding, vooral voor kinderen die nog niet in staat zijn om kritisch naar reclame te kijken", zegt Bart Buysse, CEO van Fevia, de federatie van Belgische voedingsbedrijven.


Maatschappelijk verantwoorde marketing


Omdat ze het belang van verantwoorde marketing erkennen en om tegemoet te komen aan het gebrek aan nationale wetgeving, voeren de sectororganisaties een nieuwe gedragscode in, gebaseerd op vrijwillige verbintenissen, de Belgian Food Advertising Code.

"Tegelijk blijft de sector openstaan voor een permanente en constructieve dialoog met de betrokken overheden en overlegorganen", verduidelijkt Dominique Michel, CEO van Comeos, de Belgische federatie voor handel en diensten.


De wijzigingen waarmee dit eerste initiatief gepaard gaat zijn bedoeld om de merken een duidelijk kader aan te bieden om op een maatschappelijk verantwoorde manier te communiceren en komen tegemoet aan de terugkerende kritiek. "Uit wetenschappelijke publicaties en onderzoek blijkt dat zelfregulering niet volstaat om de blootstelling van kinderen aan ongezonde reclame te beperken", waarschuwde de Belgische Hoge Gezondheidsraad (HGR) in 2022.


Eindelijk een doeltreffendere zelfregulering?


De bestaande instrumenten, zoals het European Pledge-initiatief of de omzetting ervan in de Belgian Pledge, bleken beperkt qua bereik (minder strenge voedingsnormen), engagement en dekking van de sector (gebrek aan effectieve toepassing), zo merkte de HGR op.


De Raad besloot destijds dat "zelfregulerende benaderingen niet werken om de daadwerkelijke blootstelling van kinderen aan ongezonde voedselmarketing te verminderen" en dat "overheden op alle niveaus dringend een omvattende regelgeving moeten invoeren".

“Met deze nieuwe code met bindende regels en een leeftijdsgrens van 16 jaar is België op het gebied van zelfregulering een internationale voorloper", aldus Marc Frederix, voorzitter van de Raad voor Reclame, die van mening is dat het ecosysteem van de reclame zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid opneemt, om "bij te dragen aan een mentaliteitsverandering in de richting van een duurzame en gezonde consumptie".”


Doelstelling: gezonde consumptiepatronen


De groeiende bezorgdheid over de gezondheid van onze jongeren heeft mee geleid tot deze nieuwe reclamebeperkingen. Obesitas bij kinderen blijft een groot gezondheidsprobleem in België. Volgens de recentste voedselconsumptiepeiling van het Belgische gezondheidsinstituut Sciensano heeft één op de vijf jongeren (19%) overgewicht en is 5,8% obees.


De marketing van voedingsmiddelen moet worden bijgestuurd, omdat het een essentieel aspect uitmaakt van een omgeving die bijdraagt aan gedrag dat leidt tot obesitas bij kinderen. Fevia en Comeos wijzen erop dat het nieuwe zelfreguleringsinitiatief aansluit bij de bredere doelstelling om aan te zetten tot een evenwichtiger levensstijl. De organisaties geven als voorbeeld hun Nutri-Pact dat in 2023 werd gelanceerd of het proefproject 2024 over nudging, indirecte suggesties die een gezonder consumptiegedrag kunnen bevorderen.

Natuurlijk hangt het succes van al deze pogingen tot zelfregulering, mederegulering of strikte regelgeving voor een stuk ook af van de wil bij de consument.


Links :

bottom of page