Het Collège culinaire de Belgique als verdediger van “de onvervangbare waarde van het ambacht”
- François Remy
- 27 jun.
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 3 jul.
België wordt officieel het derde land ter wereld dat op een onafhankelijke manier zijn artisanale gastronomie promoot. De aftrap werd gegeven met de oprichting van een
netwerk van ‘kwaliteitsactivisten’, het Collège culinaire de Belgique.

“Je houdt misschien niet van mijn kookkunst, maar je kunt nooit kritiek hebben op de kwaliteit van de producten waarmee ik werk. Voor mij gaat kwaliteit boven rendement: dat is de ambachtelijke aanpak en het goede boerenverstand dat we delen, restauranthouders zowel als producenten.” Die boeiende insteek is afkomstig van het eerste lid van het Collège culinaire de Belgique, Fabian Santi, die aan het roer staat van de Tri-Marrants, het bistronomisch restaurant tussen de meren van de Eau d'Heure.
Zijn overtuiging over het samengaan van passie en uitmuntendheid deelde hij de voorbije maanden met de medeoprichters van het bewuste College, een collectief van de ‘willing’ dat “ambachtelijke intelligentie” wil koesteren en wil opbouwen aan een eerlijker voedselmodel.
“Tegenover de toenemende industrialisering en de standaardisering van de praktijken in de
sector, zet het Collège culinaire de Belgique de onvervangbare waarde van de kennis en
attitude van de ware vaklui en dragers van diversiteit”, aldus Celia Tunc op, medeoprichtster
“Erkenning voor hun vakmanschap en voor het uitdragen van de regionale waarden”
Op 30 juni wordt België officieel, na Frankrijk en Japan, het derde land dat zijn culinaire kunsten in de kijker zet, door als gastheer op te treden voor dit positieve initiatief dat in 2011 werd gelanceerd. Destijds bestond de groep uit een vijftiental Franse topchefs, aangevoerd door Alain Ducasse en Joël Robuchon, de meest bekroonde namen in de geschiedenis van de Michelin.
Ter illustratie: de Franse vereniging telt momenteel meer dan 3.000 erkende ambachtslieden,
van producenten en restaurateurs tot managers van horecagelegenheden en
beroepsopleidingen.

Bij de oprichting in het Kasteel De Rivieren, een verborgen 12e-eeuws pareltje in het
Brusselse, telde het Collège culinaire de Belgique al een dertigtal leden en lokale
referentiepersonen. Gaande van Hortense de Castries, oprichtster van het nog jonge
notenbedrijf Casse-Noix 7, over Brouwerij Cantillon in Anderlecht en chocolatier Pierre
Marcolini, tot Thomas Troupin, de Luikse sterrenchef voor wie ‘duurzaamheid rijmt op
menselijkheid’.
Door lid te worden, bevestigen deze professionals hun gehechtheid aan de ambachtelijke
gastronomie en hun geloof in verantwoorde inkoop en directe relaties.
“Ambachtelijk moet de toekomst van de gastronomie zijn”
“De leden van het College vormen een open groep die vastbesloten is om van de ambachtelijke aanpak de toekomst van de gastronomie in België en de rest van de wereld te
maken”, aldus de vereniging.
Via uitwisseling tussen collega's, media-aandacht en opleiding wil het Collège culinaire de
Belgique ondersteuning bieden bij het overwinnen van de dagelijkse uitdagingen en het promoten van de ambachtelijke praktijk.
Lid worden houdt ook een erkenning in als een geloofwaardige speler in het economische landschap en een bijdrage aan een dynamiek van internationale beïnvloeding. “Via zijn label ‘Artisan Militant de la Qualité’ fungeert ons collectief als een referentiepunt voor burgers, instellingen en media.”
Het wil ook een laboratorium zijn voor relationele ervaringen en een katalysator en megafoon voor de productieve initiatieven van zijn leden. En dat alles voor het bescheiden bedrag van 35 euro per maand, exclusief toetredingskosten. Kandidaat-leden moeten in de praktijk echter een aanmeldingsdossier invullen, dat de oprichters van het Collège dan tijdens hun maandelijkse vergadering zullen onderzoeken.
“Doelstelling is ook om uit dat vakmanschap een correct inkomen te halen en burger en consument tegelijk volledige transparantie te garanderen”, besluit het Collège Culinaire de Belgique.